Betekenis van de zonnewende
De winterzonnewende vindt plaats op 21 december, de tijd van het jaar waarin de zon het laagst aan de horizon staat. We beleven dan de kortste dag en de langste nacht van het jaar.
De as van de zonnewendes begrenst twee hemisferen: de eerste, oplopend, volgt de winterzonnewende tot de zomerzonnewende. De kracht van de dag neemt toe, de zon brengt licht en vitaliteit. De hele natuur is onderhevig aan een levenskracht, van winter (Steenbok) tot lente (Ram). Dan komt de volwassenheid van de zomer (Kreeft), belichaamd door het principe van thuis. Dan neemt de lengte van de dag af ten gunste van de nacht, balancerend op de herfst-equinox (Weegschaal) om terug te duiken in de winter en zo de cyclus van het jaar te voltooien.
Het opgaande, solaire deel is Yang, mannelijk. Het dalende, stellaire deel is Yin, vrouwelijk.
De winterzonnewende leven
Waar voor velen de lente het teken is van vernieuwing, is het voor de man wiens zielsogen openstaan voor de mysteries van de natuur in het midden van de winter dat het goddelijke principe zegeviert over de duisternis.
De esoterische as
De zonnewende-as is verticaal terwijl die van de equinoxen horizontaal is. Het snijdt de dierenriem op twee plaatsen, “poorten” genoemd. In de oudheid werd de ziel, een element dat verschilt van het lichaam, cyclisch geïncarneerd in een ‘vleselijke gevangenis’ volgens Plato’s uitdrukking. Volgens de hindoes en de Grieken vond deze overgang van de hemelse wereld naar de aardse wereld plaats op een specifieke plaats: de “poort der mensen”, gelegen ten noorden van deze zonnewende-as, in het teken Steenbok. Deze deur is een noodzakelijke doorgang voor incarnatie maar ook voor terugkeer naar de hemelse wereld na de dood, behalve voor ontwaakte zielen die niet meer zullen terugkeren naar de cyclus van reïncarnaties. Deze zullen naar buiten komen door de tweede deur, gelegen in het zuiden in het teken Kreeft.
Voor de Vedische symboliek is de deur van het noorden die van de dêva-loka. Het is naar het oosten gekeerd, in de zonsopgang en menselijke aspiratie naar het goddelijke. De Zuidpoort is naar het westen gericht, de neerwaartse beweging waar mannen de duisternis in worden getrokken.
Volgens Homerus en Pythagoras is het voor de Grieken daarentegen de deur van het zuiden die goddelijk is en die van het noorden die naar de afdaling leidt. Deze twee interpretaties weerspiegelen één en hetzelfde: de mens die is onderworpen aan lijden en aan het wiel van reïncarnaties kan zichzelf bevrijden van materiële belemmeringen door zuivering, door in de natuur te werken om kosmische evolutie te helpen.
De winterzonnewende periode is een van de sterkste momenten van het jaar, het betekent dood en wedergeboorte, opening naar een nieuwe orde.
In Rome werden in december tijdens de Saturnalia de rollen omgedraaid: de bedienden werden de meesters, bijna alles was toegestaan tijdens deze feestelijke dagen waarin de spanningen uit het verleden werden losgelaten voordat een nieuwe cyclus begon.