Stoïcisme
Een filosofie van het gezond verstand
Zeno van Citium creëerde in 321 voor Christus het stoïcisme als filosofische stroming in Athene. Tot de beroemdste beoefenaars die hem volgden behoorden Epictetus, Seneca en natuurlijk de Romeinse keizer Marcus Aurelius. Zoals alle praktische filosofieën uit de oudheid streeft het stoïcisme naar het ultieme goed waarnaar iedereen streeft: geluk. De weg naar geluk lijkt in niets op wat onze consumptiemaatschappij voorstelt, en omvat niet de bevrediging van onze verlangens of het bezit van materiële goederen. Het geluk van de Stoïcijnen is volledig, omdat het overgaat van de wereld van vergankelijkheid naar die van duurzaamheid. Het is een geluk van de ziel, een innerlijk, diep geluk, dat alleen van ons afhangt en helemaal niet meer van uiterlijke omstandigheden.
“Moge mij de kracht gegeven worden om te veranderen wat veranderd kan worden, om te accepteren wat niet veranderd kan worden, en moge mij de intelligentie gegeven worden om onderscheid te maken tussen die twee” (Marcus Aurelius, Overpeinzingen). Deze spreuk lijkt zo vanzelfsprekend, en toch… Hoe vaak per dag reageert onze psyche niet op de tegenovergestelde manier? In een file op weg naar het vakantieoord koken we van woede, ook al dient het geen ander doel dan onszelf te schaden. Het zou zo eenvoudig zijn om het rustig aan te doen, naar een stukje zachte muziek te luisteren, positief na te denken over een gebeurtenis die van ons afhangt en die we met een beetje goede wil tot een goed einde zouden kunnen brengen. In plaats van woede en frustratie vinden we tevredenheid, verzoening en gemoedsrust.
Dit geluk van de ziel, dat de stoïcijnen “ataraxia” noemen, wordt verkregen door de wetten van de natuur te respecteren en tijdloze menselijke waarden in praktijk te brengen: edelmoedigheid, solidariteit, rechtvaardigheid, vriendelijkheid, die de ouden deugden noemden. Het is een weg die niets te maken heeft met persoonlijke ontwikkeling, die tegenwoordig zo in de mode is. De stoïcijn is niet op zichzelf gericht. Integendeel, door de vervulling van de deugden neemt hij harmonieus deel aan het algemeen welzijn, omdat hij de wereld van wisselvalligheid en egoïsme verlaat om zijn innerlijke wezen te ontwikkelen, open voor anderen en onafhankelijk van externe omstandigheden. Door de wetten van de natuur te respecteren wordt hij harmonieus opgenomen in de kosmische orde. De oude Egyptenaren hadden dit beginsel al heel goed begrepen, waardoor hun beschaving drie millennia lang kon schitteren: ieder mens nam, door de regel van rechtvaardigheid en harmonie van Maat te volgen, deel aan de harmonie van het land, een afspiegeling van die van de kosmos.
Door te aanvaarden wat hij niet kan veranderen, is de stoïcijn geenszins berustend. Aanvaarding is niet synoniem met instemming of onderwerping. Hij is een handelingsfilosoof en wil, door zelf te handelen, deelnemen aan de verbetering van de wereld om hem heen. Hij is tevreden met eenvoudige dingen en vindt het ware geluk in het doen van wat zijn geweten hem ingeeft. Zoals Gandhi zo goed zei, wil hij de verandering zijn die hij in de wereld zou willen zien.
Stoïcisme is geen gemakkelijke weg. Het is een moeizame weg die vereist dat we ons gedrag en onze reacties voortdurend in twijfel trekken, maar het is ook een prachtige filosofie om te beoefenen, want het brengt vrede, stabiliteit en vooral een hernieuwde verbinding met het gezond verstand dat in deze onzekere tijden zo ontbreekt.